Van 2012 tot 2015 realiseren drie onderzoeksgroepen – het Centre for Reception Studies (CERES) van de KULeuven, de afdeling Nederlandse Taal- en Letterkunde van de Eötvös Loránd Universiteit Boedapest (ELTE) in samenwerking met COMENIUS (Vereniging voor Neerlandistiek in Centraal Europa) en het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis in Den Haag – het NWO-project Het is niet onopgemerkt gebleven. An International Network Studying the Circulation of Dutch Literature (CODL). Zie www.codl.nl
De eerste doelstelling van het project – een internationaal en interdisciplinair netwerk creëren voor het bestuderen van de Nederlandse literatuur – werd ruimschoots gehaald. Gedurende de looptijd van het project groeide het aantal deelnemers gestaag aan tot ongeveer 130 (uit 19 verschillende landen), verdeeld over 13 werkgroepen.
Aan de tweede doelstelling – toewerken naar een geschiedenis van de internationale verspreiding van de Nederlandse literatuur – wordt met enthousiasme en toenemend succes gewerkt: in workshops, in vertaalateliers en via deelname aan conferenties en publicaties.
Eind 2015 loopt CODL in zijn huidige vorm ten einde, maar het is nu al duidelijk dat dat niet het definitieve einde betekent , noch van het netwerk, noch van het onderzoek. Later krijgen jullie meer uitleg over de manier waarop we aan CODL een vervolg geven.
Intussen maken we op 28, 29 en 30 mei 2015 een laatste tussenstand op van CODL, in samenwerking met de Koninklijke Bibliotheek (KB) in Den Haag. We willen die dagen de deelnemers aan het netwerk samenbrengen op een internationale en interdisciplinaire, tweetalige (Engels/Nederlands) conferentie. Het zal een uitgelezen kans zijn om elkaar (weer) te ontmoeten en om ideeën en onderzoeksresultaten uit te wisselen.
Johan Heilbron (Parijs, Rotterdam), Ann Rigney (Utrecht), Deborah Cartmell (De Montfort University UK), Reine Meylaerts (Leuven), Joke van Leeuwen (Antwerpen) en Frits van Oostrom (Utrecht) hebben een keynote-lezing toegezegd. Daarnaast zijn vertegenwoordigers uitgenodigd van organisaties die zich inzetten voor de internationale verspreiding van Nederlandstalige literatuur, zoals het Expertisecentrum Literaire Vertalingen, de Nederlandse Taalunie, het Letterenfonds en het Vlaams Fonds voor de Letteren.
Het leeuwendeel van de bijdragen zal echter van onszelf, de deelnemers van CODL, komen. De voorbije workshops in Rome (2013) en Boedapest (2014) hebben al getoond dat we samen heel wat materiaal hebben verzameld en onderzocht in verband met de internationale verspreiding van de casusteksten. Meteen bleek ook dat er tussen de casussen onderling niet enkel verschillen maar ook heel wat gelijkenissen zijn, dat het mogelijk is om via verderstrekkende vragen de casussen te overstijgen.
We willen de dialoog tussen de werkgroepen bevorderen door op deze conferentie te werken met verschillende invalshoeken, die voor elke casus relevant kunnen zijn. We vragen je dus om voor deze conferentie je onderzoek een bepaalde focus te geven en je te richten op één van de volgend invalshoeken:
1) de rol van de overheid bij de transfer van literaire teksten
2) commerciële en economische aspecten van culturele transfer
3) de rol van bemiddelaars bij culturele transfer
4) adaptatie en intermedialiteit als factor bij de verspreiding van literatuur
5) ideologisch-politieke aspecten van culturele transfer
Je kan die aspecten zowel bestuderen aan de hand van de teksten/bewerkingen zelf, als op intertekstueel en contextueel niveau, als op theoretisch of methodologisch niveau.
Iedereen die bij CODL betrokken is mag een proposal indienen voor de conferentie in Den Haag, hetzij in het Engels, hetzij in het Nederlands. Uiteraard maakt het organiserend comité een selectie uit de voorstellen. Het is, anders dan bij de workshops, ook mogelijk om de conferentie bij te wonen zonder dat je een paper presenteert. Zowel CODL-leden als andere belangstellenden zijn welkom om de conferentie bij te wonen.
Hoewel onze fondsen beperkt zijn, kan CODL financiële hulp bieden aan deelnemers (met een paper) die vanuit hun eigen instelling geen vergoeding van reis- en/of verblijfkosten krijgen. Geef bij een proposal dus aan of je hier een beroep op wil doen en hoeveel je reiskosten naar schatting zijn. Pas als we alle deelnemers aan de conferentie in beeld hebben, kunnen we een definitieve berekening maken van de kosten die CODL voor zijn rekening kan nemen. Laat dit je echter niet weerhouden een voorstel te schrijven.
Een selectie van de papers zal samen met andere studies die uit het project zijn voortgekomen, gepubliceerd worden in het Engels.
Je kan op twee manieren actief deelnemen aan de conferentie.
Ofwel dien je een proposal van 300 woorden in voor een individuele paper van 20 minuten
Ofwel dien je een proposal van 750 woorden in voor een sessie van 1,5 uur (incl. discussietijd) samen met andere onderzoekers
Dien je voorstel in op het bekende adres circulationofdutchliterature@gmail.com en geef duidelijk aan vanuit welke invalshoek je verkiest je onderzoek voor te stellen (1-5).
De deadline is 1 november 2014. Je krijgt van ons een reactie rond 1 december 2014
Vriendelijke groeten,
Namens CODL
Elke Brems, Orsolya (Orsi) Réthelyi, Ton van Kalmthout,
en Katalin Márton (projectassistente)
Namens de KB
Arno Kuipers
Brussel / Boedapest / Den Haag
september 2014
Call for papers
Hoe kats blijft Minoes?
De internationale receptie van Annie M.G. Schmidts Minoes
KU Leuven – Campus Brussel
Warmoesberg 26
1000 Brussel
http://www.kuleuven.be/campus/athub/campus
Vrijdag 14 november 2014
Minoes kan met recht een klassieker genoemd worden. Het boek werd tot nu toe 44 keer vertaald in 31 talen. Het is verfilmd, bewerkt voor theater en musical, uitgekomen als luisterboek en fascineert jong en oud.
Voorstellen voor presentaties zijn welkom over zowel de receptie in de verschillende landen (recensies, verspreiding, oplagen, rol van instituties en bemiddelaars, merchandising enzovoort) als over de concrete vertalingen en adaptaties.
U hoeft geen kant-en-klaar onderzoek te hebben, we kiezen voor de workshop-formule omdat u daar ook tussentijdse resultaten kunt presenteren, of vragen over uw corpus of uw aanpak kunt voorleggen aan andere deelnemers. Bij voorkeur kunt u in uw presentatie ook een methodologische reflectie geven: hoe pakt u het onderzoek aan, welke concepten gebruikt u, waar ondervindt u methodologische problemen of aanknopingspunten?
Wij verwelkomen voorstellen voor presentaties van twintig minuten, die tijdens de workshop gevolgd worden door een discussie. Voorstellen omvatten de titel van de presentatie, een samenvatting van max. 300 woorden en een cv van enkele regels. De voorstellen dienen voor 9 september 2014 gericht te worden aan jan.vancoillie@kuleuven.be. Een reactie volgt rond 23 september 2014.
Hoewel onze fondsen beperkt zijn, kan CODL financiële hulp bieden aan CODL-leden die vanuit hun eigen instelling geen vergoeding van reis- en/of verblijfkosten krijgen. Geef bij een proposal dus aan of u hier een beroep op wilt doen en hoeveel uw reiskosten naar schatting zijn. Pas als we alle deelnemers aan de workshop in beeld hebben, kunnen we een definitieve berekening maken van de kosten die CODL voor zijn rekening kan nemen. Laat dit u echter niet weerhouden een voorstel te schrijven.
Uit het Impulsfonds van de Katholieke Universiteit Leuven is een bedrag van € 111.000,– beschikbaar gesteld om voor twee jaar een promovendus aan te stellen voor het project En Route. The International Trajectories of Flemish Literature in the 20th Century. Daarnaast is een voorwaardelijke garantie gegeven voor de financiering van het verdere promotietraject. En Route ‘aims at investigating translations and adaptations of Flemish literature written in the 20th century in order to give insight into the complex mechanism of bringing literature into circulation, both in a national and a transnational context, and to challenge the widely accepted dichotomy and hierarchy between centre and periphery in the literary space’. De board van het project wordt gevormd door dr. Ton van Kalmthout (Huygens ING), prof.dr. Reine Meylaerts (KU Leuven) en dr. Orsolya Réthelyi (ELTE Boedapest); promotor is prof.dr. Elke Brems (KU Leuven, campus Brussel). En Route komt voort uit het NWO-project Circulation of Dutch Literature (CODL).
Ildikó Juhász zal van 1 juni tot en met 31 augustus 2014 stage lopen bij het CODL-project. In het kader hiervan helpt ze onze database te vullen met informatie over vertalingen en andere bewerkingen van de werken die bestudeerd worden in het project. Hiernaast is ze werkzaam als lid van de werkgroep De Leeuw van Vlaanderen. Zij presenteerde haar onderzoeksresultaten tijdens de CODL-mini-workshop ‘De Leeuw van Vlaanderen van Hendrik Conscience’ op 8 november 2013 en tijdens de tweede CODL-workshop op 8, 9 en 10 mei 2014 aan de Eötvös Loránd Universiteit (ELTE) te Boedapest.
Ildikó studeerde Nederlandse Taal en Cultuur aan de Universiteit Debrecen (BA-opleiding) en aan de ELTE (MA-opleiding). Ze is het meest geïnteresseerd in het receptieonderzoek, in het bijzonder in de Hongaarse receptie van Nederlandstalige literatuur. Daarom schrijft ze haar master-scriptie over de Hongaarse receptie van Hendrik Consciences werk De Loteling.
De stage van Ildikó vindt plaats onder begeleiding van Orsi Réthelyi.
Het symposium De glans van Vondels Lucifer /The Splendour of Vondel’s Lucifer 1654-2014. Cultural Memory, Translations, Performances vindt 27 en 28 november op de universiteit van Bologna plaats. In de nieuwsbrief van de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek komt dit symposium, georganiseerd in het kader van CODL, prominent aan bod.
Klik hier voor het nieuwsbericht (link)
Na de twaalfde werkgroep over Minoes is er weer een nieuwe CODL-werkgroep van start gegaan. Deze is rond De donkere kamer van Damocles van Willem Frederik Hermans uit 1958 opgericht. De werkgroep telt op dit moment vier leden die onder de moderatie van Marc van Zoggel (VUB) aan de slag gaan om de verspreidingsgeschiedenis van de roman te onderzoeken.
Op 20-22 maart 2014 hebben de Erasmus Leerstoel voor de Nederlandse Filologie en het Centrum voor Cultuur van de Lage Landen in Wrocław het Vertaalatelier Op Locatie georganiseerd met als onderwerp het vertalen van historische teksten.
Aan het Vertaalatelier in Wrocław hebben studenten en alumni uit drie vakgroepen Nederlands in Polen (Lublin, Poznań, en Wrocław) deelgenomen. Het programma concentreerde zich op twee teksten die in het kader van het project CODL worden onderzocht: Elckerlyc en Sara Burgerhart. De studenten hebben van tevoren fragmenten van twee teksten vertaald en aan de moderatoren toegestuurd. Bovendien hebben de deelnemers fragmenten van Poolse vertalingen van Max Havelaar en Journael van Bontekoe ontvangen, op grond waarvan ze de vertalingen hebben geanalyseerd. Deze voorbereidende handelingen vormden het uitgangspunt voor de praktische delen van de workshop.
Tijdens de eerste workshopdag heeft Ludo Jongen eerst een inleidende lezing gehouden over specifieke problemen bij het vertalen van Middelnederlands naar modern Nederlands en over het vertalen naar een andere taal en/of cultuur.
In het praktische gedeelte dat door Ludo Jongen en Malgorzata Dowlaszewicz werd gemodereerd, werden de ingezonden vertalingen van de studenten bediscussieerd. Daarna werden tijdens praktische oefeningen verschillende vertaaltechnieken toegepast op de tekst van Elckerlyc.
De tweede dag was geconcentreerd rond Sara Burgerhart. In haar inleidende lezing heeft Lia van Gemert zich afgevraagd of oude literatuur zo vertaald en bewerkt kan worden dat een lezer van vandaag haar vlot kan lezen, zonder dat deze literatuur geweld aangedaan wordt.
In het praktische deel gemodereerd door Katarzyna Tryczynska en Jan Urbaniak is discussie ontstaan over de bewerkingen en vertalingen van achttiende-eeuwse literatuur. De studenten kregen ook de kans om de ingezonden vertalingen te bespreken met het oog op de culturele specificiteit van de tekst en de daaruit voortvloeiende vertaalproblemen om vervolgens op grond daarvan groepsvertalingen van tekstfragmenten voor te bereiden.
De laatste dag begon met een lezing door Jerzy Koch over de receptie van negentiende-eeuwse literatuur uit de Lage Landen in Polen en het beeld van Nederlandse literatuur in Poolse vertaling.
Na de lezing werd onder moderatie van Jerzy Koch en Malgorzata Dowlaszewicz een discussie gevoerd op grond van de analyse van de bestaande Poolse vertalingen van negentiende-eeuwse literatuur, Max Havelaar en Journael van Bontekoe.
Aan het einde van de laatste dag hebben de deelnemers in een evaluatieformulier zowel alle inhoudelijke onderdelen als ook de organisatie zeer positief beoordeeld. Ze waren heel enthousiast en uitten de wil om vaker aan dergelijke evenementen deel te nemen. Dat er aan de hand van oude literatuur is gewerkt, was ook geen bezwaar. Integendeel hebben veel studenten benadrukt dat dit element de workshop zo bijzonder maakte.
Het vertaalatelier bood een unieke gelegenheid om de gevorderde studenten meer vertrouwen te geven en interesse in het beroep van literair vertaler op te wekken alsook belangstelling voor historische letterkunde te laten groeien. Daarmee past het ook in het didactische traject van het CODL-project.
Dit Vertaalatelier op Locatie is tot stand gekomen met financiële steun van het Expertisecentrum Literair Vertalen (www.literairvertalen.org). Het ELV is ingesteld door de Nederlandse Taalunie.
There are a number of straightforward tips which you can follow if you’re writing for a college essay
Write down those questions and include paper writing services legitimate them at the approval letter that you send.
or an essay for a public speaking project.
Op 30 en 31 oktober 2014 organiseert de sectie Nederlands van de Karelsuniversiteit te Praag de tiende aflevering van Praagse Perspectieven,waarvan het letterkundig deel gewijd zal zijn aan De circulatie van Nederlandse literatuur. De bijeenkomst wordt gehouden in het gebouw van het Oostenrijks Cultureel Forum, Praag 1, Jungmannovo nám.18, in de bibliotheek.
Op vrijdag 31 oktober 2013 treden onder het thema De circulatie van Nederlandse literatuur leden op van de internationale werkgroep CODL, The circulation of Dutch Literature.
De sprekers zijn:
– Orsi Réthelyi (ELTE Boedapest, Hongarije): Over Max Reinhardt.
– Sanne Parlevliet (RUG, Nederland) over Minoes van Annie M.G. Schmidt.
– Pieter Boulogne (KU Leuven, België) over De helaasheid der dingen van Dimitri Verhulst.
– Lucie Sedlačková en Albert Gielen (Karelsuniversiteit Praag, CZ) over Op hoop van zegen van Herman Heijermans.
Een deel van de beide middagen zal besteed worden aan workshops met studenten.
Aanmelding graag per email bij
zdenka.hrncirova@ff.cuni.cz
ellen.krol@planet.nl
Van 8 tot 10 mei 2014 is aan de Eötvös Loránd Universiteit (ELTE) in Boedapest de tweede workshop van het NWO-project Circulation of Dutch Literature (CODL) gehouden. De conferentie stond overwegend in het teken van performatieve bewerkingen van Nederlandse literatuur. Zo was er op 8 mei, voorafgaand aan het lezingenprogramma, een prelude in het Spinoza Ház – Theatercafé.
Onder leiding van Orsi Réthelyi (ELTE) presenteerden Frits van Oostrom (Universiteit Utrecht), Veerle Fraeters en Frank Willaert (beiden Universiteit Antwerpen) hier de primeur van een uitgebreide editie van de app Vogala, waarop bekende middeleeuwse teksten in het Nederlands te beluisteren zijn. Daarnaast gaf Veerle Fraeters een inleiding op Bruno Dumonts film Hadewijch (2009), die gebaseerd is op het werk van de Middelnederlandse dichteres. De Nederlandse ambassade in Boedapest bood de deelnemers en andere gasten een buffet aan. De volgende dag gaven Anikó Daróczi, Emese Gyöngyvér Tóth, Iván Barvich en István Simon aan de ELTE tevens een klein recital met liederen van Hadewijch, zowel in het Nederlands als in het Hongaars.
Het programma van de workshop (zie programma) werd verzorgd door circa 25 sprekers uit acht verschillende landen. Ze hadden het niet alleen over toneel- en filmbewerkingen; er waren ook bijdragen over verstripping en vertaling, over intermediërende instellingen en culturele bemiddelaars, over internationale verspreiding en toeëigening. Tot besluit gaf Frits van Oostrom een slotbeschouwing.
Andere keynote speakers waren de filmwetenschapper Patrick Cattrysse (Universiteit Antwerpen) en de neerlandicus Herbert van Uffelen (Universität Wien).
Speciale gast was ook theaterregisseur Hans Croiset, tevens docent aan de Toneelschool Amsterdam, die een seminar verzorgde over de manier waarop Vondels Lucifer te realiseren is in een moderne enscenering. Het seminar vond plaats in de residentie van de Nederlandse ambassadeur, Z.E. Hugo Gajus Scheltema, alwaar een receptie de workshop besloot.
Deze tweede CODL-workshop – de eerste vond in 2013 in Rome plaats – was georganiseerd door de CODL projectleiders, Elke Brems (CERES/KU Leuven Campus Brussel), Orsi (Orsolya) Réthelyi (ELTE) en Ton van Kalmthout (Huygens ING), met assistentie van Katalin Márton en werd verwezenlijkt met financiële en andere steun van het Algemeen Nederlands Verbond (ANV), de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden te Boedapest, het Center for Reception Studies van de KU Leuven, het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis van de KNAW, de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), Spinoza Ház – Theatercafé in Boedapest en de vakgroep Nederlands van de Eötvös Loránd Universiteit. De derde en laatste CODL-workshop zal van 28 tot 30 mei 2015 gehouden worden in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag.
Judit Gera, lid van de CODL-werkgroep ‘Max Havelaar’ heeft in het kader van het project een artikel geschreven over haar onderzoek. Het artikel opent met een korte bespreking van CODL en gaat over De intrede van Multatuli in Hongarije.